Skip to main content
Therapeute met lang blond haar en grijze trui wijst tekeningen aan op blad

Bij kinderen met een spraak- en taalontwikkelingsstoornis (STOS) verloopt de ontwikkeling van het taalbegrip en/of de taalproductie trager en anders dan bij leeftijdsgenootjes.

Dit heeft vaak ook een gevolg op de ontwikkeling van andere domeinen. Kinderen met STOS worden dan ook multidisciplinair onderzocht en krijgen verschillende therapieën. Dit kunnen zijn: logopedie, ergotherapie, kinesitherapie, psychotherapie, sociale vaardigheidstraining.

De logopedist focust zich op de spraak en de taal, maar ook het slikken, de mondmotoriek, de auditieve/fonologisch ontwikkeling, de communicatieve vaardigheden, de taaldenkvaardigheden…

De ergotherapeut behandelt de waarneming, de lichaamsbeleving, de ruimtelijke beleving, de psychomotoriek, het handelen met materialen, de fijne motorische vaardigheden…

De kinesitherapeut behandelt de grove motoriek, het bewegen in de ruimte, het evenwicht, de kracht en de uithouding…

De audioloog volgt het gehoor nauwgezet op. Heel wat kinderen met STOS hebben een middenoorproblematiek. De audioloog meet het gehoor voor zuivere tonen, maar ook het spraakverstaan. Soms doet de audioloog centraal auditieve tests. Dit zijn metingen van de interpretatie van het geluid in de hersenen. De audioloog kan ook een voorstel doen aan de logopedist tot het opzetten van een trainingsprogramma.

Meer over STOS